“Opstaan!” Roept de wekker.
Ik snooze. En als ik niet oppas dan zeg ik tegen mezelf dat het heel slecht is, ik geen wilskracht heb, een uitsteller ben en direct mijn benen uit bed moet slingeren. Want dat lees en hoor ik de laatste tijd overal.
Maar ja, er is snoozen en snoozen. Ik snooze wel, maar ik snooze dus niet. Er zijn namelijk verschillende definities:
Van Dale: Snooze = dutje of dutten, een uiltje knappen
Die definitie past mij niet, dus die negeer ik. Beter past mij die van encyclo.nl want daar valt meer te kiezen:
Snoozen = uitslapen, langzaam wakker worden, de wekker met tussenpozen laten afgaan, Na het ontwaken nog even in bed blijven
Kijk, dat doe ik: Na het ontwaken nog even in bed blijven en langzaam wakker worden.
Ik snooze al mijn hele leven. Ik neem de tijd net na het wakker worden wanneer flarden droom ongrijpbaar worden. Ik geniet nog even van het bed die nu maximaal lekker voelt. Mijn hoofd begint langzaam te bedenken hoe de planning van de dag er uitziet. En goede ideeën ontstaan omdat ik er nog niet al te hard over nadenk.
Dat snoozen mág ik van mezelf, want ik heb er rekening mee gehouden. Ik weet hoe laat ik op moet staan om in normaal tempo mijn ochtendroutine te doen en op tijd klaar te zijn. Ik weet ook dat als ik te lang snooze ik mij meer moet haasten en geen tijd heb voor mijn dagelijkse killer-sudoku. Soms accepteer ik dat. Bijvoorbeeld als er briljant leuke ideeën in mijn hoofd ronddwalen.
En ja, soms snooze ik te lang omdat ik geen zin heb om op te staan. Dan stel ik letterlijk het opstaan uit. Soms heb ik genoeg van het bed en sta ik direct op. Of ik weet dat ik beter op kan staan omdat ik anders weer in slaap val, en daar word ik echt suf van.
Als ik heel veel dagen achter elkaar te lang snooze dan is er wat aan de hand. Dan gaat het niet goed met me. Dat is een signaal
De anti-snoozers vinden iets direct opstaan prettig of beter of hanteren de definitie van extra slaapjes. Een vriend van me is bij de brandweer, die is getraind om direct op te staan. Een andere vriend houdt van actie en staat dus op. Snoozen is het tegenovergestelde van actie. Ik ben niet inactief als ik snooze: ik denk. Weer anderen haten de wekker en staan toch op (dat heet wilskracht), of staan direct op met “yeah, zin in de dag!”. Of ze moeten wel omdat de wekker aan de andere kant van de kamer staat, om snoozen te voorkomen.
En ok, snoozen in de zin van nog een paar korte dutjes toevoegen aan je slaap is inderdaad niet de beste manier om aan voldoende slaap te komen. Dan kan je beter de wekker wat later zetten en direct opstaan.
Snoozen is fijn als het geen stress en geen extra moeheid oplevert. Even rustig wakker worden. Niks mis mee. Vind ik.
Wat vind jij? Ben je een snoozer of juist niet? En heb je er last van dat anderen er wat van vinden?