LSD is supernuttig.
Nee, ik bedoel natuurlijk niet de drug waar je van gaat trippen, maar Luisteren, Samenvatten en Doorvragen.
- Luisteren naar wat de ander zegt, zonder alvast te bedenken wat jij gaat vertellen zodra er een nanoseconde stilte valt.
- Samenvatten voor de focus en de controle of het klopt wat je hebt begrepen.
- Doorvragen voor meer informatie en verdieping.
Deze techniek heb je wellicht in een communicatietraining leren kennen.
Je gebruikt het. En toch lijkt het niet altijd te werken.
Zelfs als je nog zo bereid bent om te luisteren, je duidelijk spreekt in een taal die de ander begrijpt, én LSD gebruikt (altijd leuk om te zeggen in deze context), dan nóg ken je waarschijnlijk wel mensen waarmee het contact niet lekker loopt. Het is dan vermoeiend om een goed gesprek te hebben. Jullie hebben vaak last van ruis op de lijn. Waar ligt dat toch aan? En kan dat ook anders? (Ja dat kan!)
Volg de volgende drie stappen om je communicatie af te stemmen op de ander. En daarmee écht contact te maken.
De eerste stap is misschien een verrassing:
Wees je bewust van je persoonlijkheid
Contact maken met anderen begint met jezelf kennen:
- Hoe communiceer jij van nature en waarin verschilt dat van anderen? Dat verschil is vaak een oorzaak van ruis op de lijn.
- Hoe werk jij graag, en welke voorkeuren hebben anderen. Nee, dat is echt niet voor iedereen gelijk.
- Wat heb jij nodig om je goed te voelen. En zorg je dan ook goed voor jezelf zodat jij de energie hebt om LSD te gebruiken (😉) en positief in het gesprek te blijven. Dat is zelfmanagement pur-sang.
- Wat zien anderen aan jou als jij met het verkeerde een uit bed bent gestapt? Herken je dat van jezelf en weet je wat je ertegen kan doen? En doe je dat dan ook om te voorkomen dat je gewoonweg strontchagrijnig bent en helemaal geen LSD meer gebruikt.
Herken wat de ander doet, zegt en laat zien
In stap 1 heb je al ontdekt dat niet iedereen op dezelfde manier communiceert. Nu kan je kijken en luister naar HOE de ander zegt WAT die zegt. Observeer woorden, toon, gebaren, lichaamshouding en gezichtsuitdrukking. Dat geeft je informatie over de voorkeuren van die ander: welke “taal” iemand van nature gebruikt en het beste verstaat.
Spreekt iemand vanuit gevoel, gebruikt iemand veel actiewoorden, vind de ander er vaak wat van, gebruikt iemand veel logica, gooit de ander er vaak een grapje doorheen of spreekt de verbeelding. Het zijn allemaal indicaties van iemand voorkeur.
Je kan ook observeren of iemand lekker in zijn vel zit of stressgedrag laat zien. Soms is dat stressgedrag overduidelijk: iemand moppert, is erg kritisch of klaagt, gaat op kruistocht, initieert woordenwisselingen, haalt zichzelf naar beneden of trekt zich juist extreem terug.
Het kan ook veel subtieler zijn. Dan heb ik het over zinnen als “je bent het toch met me eens dat…” “ik weet niet precies exact wat je bedoelt”, “De gedachte kwam bij me binnen”, “”huhhhhh?”, “dat gaf je zeker een ongemakkelijk gevoel” of past zich aan en gebruikt verkleinwoordjes.
Bij stressgedrag is er een grote kans op miscommunicatie. Stresssignalen herkennen geeft je de kans om het om te buigen!
Misschien heb je geleerd dat je op de non-verbale signalen moest letten, zonder dat je geleerd hebt hoe je dat kan interpreteren. Dat is toch jammer, want er is zoveel informatie uit te halen. Wat je nog niet kan, kan je alsnog nog leren! Daar kom ik op terug.
Pas je communicatiestijl aan
Op basis van wat je ziet en hoort, kan jij je communicatie aanpassen.
Soms heb je daar de D van LSD voor nodig. Die voor mij niet alleen staat voor Doorvragen, maar ook voor een Directief gebruiken (dat is een zin die begint met een werkwoord, als in: “vertel me hoe je dat voor je ziet”.)
Vaak heb je voor écht contact iets heel anders nodig! De H van humor, de G van gevoelens laten spreken, de U van uitdaging bieden, de C van complimenteren, de E van erkenning geven. Een nee, ik ben hier niet compleet. Als je dit allemaal in inbrengt dan ben je al wel veel rijker in je communicatie.
Moeilijk?
Ik ben de laatste die zal beweren dat het makkelijk is. Ik snapte lang niet waarom het met de ene zo fout ging en ik met de ander prima door één deur kon. Ik leerde het in ieder geval niet op school, en ook niet in de communicatietrainingen. Pas toen ik zelf de PCM basistraining ging doen vielen er kwartjes.
Ik vind het verbazingwekkend hoe het gesprek ten goede kan veranderen op het moment dat je iets net een beetje anders zegt en aansluit bij de behoefte van een ander.
Dat vond ik om te beginnen best moeilijk, ik had het simpelweg nooit geleerd. Met oefening gaat het steeds beter. En echt, ik zit er ook vaak naast.
Het goede nieuws: elke zin is een mogelijkheid om te oefenen. En als het een keer niet lukt, dan krijg je altijd een tweede kans.
Wil jij dit ook leren?
Mijn volgende training is 7, 8 en 21 oktober in Leusden (bij Amersfoort).
Twijfel je? Neem contact met me op voor een gratis kennismaking (mag ook als je dat gewoon fijn vindt).
Hier kan je alvast lezen wat het programma is: PCM Basistraining.